Door: Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab

Er is een nieuw wetsvoorstel gestuurd naar de Tweede Kamer over de invoering van een tegenbewijsregeling in box 3. Dit wetsvoorstel introduceert een mogelijkheid voor belastingplichtigen om aan te tonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Voor ondernemers in de bouwsector, die vaak investeren in vastgoed en andere bezittingen, kan deze regeling aanzienlijke gevolgen hebben. Wat betekent dit concreet voor jouw bedrijf?

Wat houdt de nieuwe regeling in?

Tot op heden werd het inkomen uit sparen en beleggen in box 3 berekend op basis van een forfaitair rendement. Dit leidde tot belastingheffingen die niet altijd in verhouding stonden tot de daadwerkelijk behaalde opbrengsten. De hoofdregel blijft nog steeds een berekening op basis van forfaitair rendement. Met de nieuwe tegenbewijsregeling krijgt de belastingplichtige straks wel de kans om aan te tonen dat het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, waardoor de belastingdruk eerlijker wordt verdeeld.

Belangrijkste wijzigingen

  • Zowel direct als indirect rendement wordt meegenomen.
  • Onzakelijke omstandigheden moet gecorrigeerd worden.
  • Voor de waardering van woningen wordt de WOZ-waarde gebruikt. Er mag rekening worden gehouden met de leegwaarderatio in geval van verhuurde woning.
  • Het heffingsvrije vermogen van € 57.684 per persoon (2025) wordt niet meegenomen.
  • Vermogensmutaties gedurende het jaar tellen mee.
  • Kosten worden niet afgetrokken, behalve de werkelijke rente van schulden die tot het vermogen in box 3 behoren.
  • Verliezen uit andere jaren kunnen niet worden verrekend.
  • Belastingplichtige met vastgoed voor eigen gebruik moeten rekening houden met de economische huurwaarde van hun woning. Hoe dit wordt berekend is op dit moment onduidelijk.

Voorbeeld: aankoop vakantiewoning voor eigen gebruik
Jan koopt op 1 maart 2026 een vakantiewoning voor eigen gebruik. De WOZ-waarde van de woning bedraagt in 2026 € 400.000 en in 2027 is dit € 420.000. De economische huurwaarde van de woning wordt vastgesteld op € 16.000.

Aangezien de vakantiewoning pas vanaf 1 maart 2026 in bezit van Jan is, wordt de huurwaarde tijdsevenredig berekend voor de resterende 10 maanden van het jaar:
€16.000 x (10/12) = € 13.333

Daarnaast wordt de vermogensaanwas meegenomen in de berekening:
€420.000 – €400.000 x (10/12) = € 16.666

Het totale werkelijke rendement over 2026 bedraagt daarmee:
€ 13.333 + € 16.666 = € 29.999

Er mogen geen andere kosten worden afgetrokken, behalve de rentekosten indien de aankoop met geleend geld is gefinancierd.

Voorbereiding op de nieuwe wetgeving

Als belastingplichtige is het verstandig om alvast voorbereidingen te treffen voor de invoering van deze regeling. Denk aan:

  • Bijhouden van administratie: zorg voor een gedegen administratie van huurinkomsten, rente, dividend en waardemutaties van je bezittingen.
  • Fiscaal advies inwinnen: bespreek met een belastingadviseur hoe je optimaal kunt inspelen op de nieuwe wetgeving.
  • Herstructurering van vermogen: overweeg of het voordelig is om bezittingen op een andere manier te structureren, bijvoorbeeld via een bv in plaats van privévermogen.

Conclusie

De invoering van de tegenbewijsregeling in box 3 is een belangrijke stap naar een eerlijkere belastingheffing op vermogen. Voor belastingplichtigen betekent dit een kans om hun belastingdruk te verlagen door te bewijzen wat hun werkelijke rendement is. Goede voorbereiding en fiscale optimalisatie zijn hierbij essentieel. Zorg ervoor dat je tijdig inzicht krijgt in de gevolgen van deze regeling, zodat je optimaal profiteert van de nieuwe mogelijkheden.

Meer weten? Scab helpt!

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem dan contact op met Redouan Ameziane, belastingadviseur bij Scab. Bel 013-583 6734 of stuur een mailtje naar rameziane@scabadvies.nl. We helpen je graag verder.

Bron: | 09-04-2025